Er zijn nog maar een paar dagen over van 2025. Het grote aftellen naar 2026 is begonnen. Ik doe hard mee met dat aftellen, want ik heb mijn uitgever beloofd dat ik het nieuwe script op 31 december 2025 zal mailen. Ik ben daarbij ook bijna klaar met optellen. Ik hou de woordenteller in het Word-document nauwlettend in de gaten, want meer dan 70.000 woorden mogen er niet in mijn nieuwe roman.
Half februari begon ik met het schrijven van mijn zeventiende boek. Ik had zo’n 45 weken de tijd om dat te voltooien. De weken telden af, de woorden in mijn boek telden op. Zin na zin, alinea na alinea, hoofdstuk na hoofdstuk.
Mijn hoofdpersonen kregen ‘smoel’. Ze kregen gestalte. De boekfiguren gingen zich verhouden tot elkaar. Gebeurtenissen en avonturen ontrolden zich in scènes. De ene scène leidde tot de volgende. Ze duwden elkaar voort en bouwden de spanningsboog op. Ik leerde mijn personages steeds beter kennen. Ik was getuige van hun wel en wee.
Als 2025 een reis was, dan was dit script een reisgenoot. We trokken maandenlang samen op. Ik nam het mee, waar ik ook ging. Het zat in mijn rugzak. Het werd een vertrouwde metgezel. Ik kon hem niet missen, maar, als het schrijven niet lekker ging, voelde het niet als leuk gezelschap. Dan zat het me alleen maar in de weg. Dan liep mijn kompaan me irritant voor de voeten. Het liet me struikelen, het zorgde ervoor dat ik in het stof beet.
Door de maanden heen hebben we de trip toch gezamenlijk afgelegd en staan we gelijk aan de meet.
Met Kerstmis hef ik het glas met mijn familie en dierbaren, om elkaar een fijne kerst te wensen. En ik proost ook op het script. Het is gelukt! We hebben de finish gehaald!


