Bij de kerstboom opzetten had ik me niet voorgesteld dat dat buiten moest gebeuren.
Mijn dochter hielp me gauw uit de droom. ‘Hou dat regenpak maar aan.’
Eerst moest de buitenboom in de voortuin worden gezet. Die boom is een steel met lichtsnoeren, meer niet.
Omdat ik heel goed dingen kan vasthouden, kwam mijn hulp goed van pas.
Moeder en dochter gingen aan de slag met boom en ladder, in de stromende regen op een decemberdonkere zaterdagmiddag.
‘Je moet goed gek zijn om in dit weer een boom op te zetten.’ zei mijn dochter. Dat was terecht opgemerkt.
Het petieterige boompje stond dapper in weer en wind te branden, ik was niet onder de indruk van die lichtjes.
Tussen het tegenwoordige verlichtingsgeweld aan huizen en in tuinen, viel dit iele ding niet op. Maar dochterlief werd er gelukkig van. Ik was alleen maar blij dat ik mijn druipnatte regenspullen kon uittrekken en met een kop thee bij de kachel kon kruipen.
Dat ik er te min over dacht, daar trok het boompje zich niets van aan. Ik haalde een beetje onverschillig mijn schouders op over dat schriele geval, maar de lichtjes in de tuin misten hun uitwerking niet.
Dat de kracht van het kleine niet te onderschatten is, leerde ik een paar dagen later.
Bij mijn dochter viel een kaart op de mat.
De buren in de flat aan de overkant bedankten voor het licht, dat zoveel gezelligheid uitstraalde. Ze genoten er met zijn allen van.
Hoe dochter en ik in het donker hadden geprutst in de regen en de wind was op slag vergeten.
Met die lichtjes, met zoiets kleins, hadden we anderen een plezier gedaan. Dat raakte me diep.
Ik wens u dat toe voor komend jaar: veel lichtpuntjes, om te geven en om van te genieten.
Deze column is ook geplaatst in het Langedijker Nieuwsblad / 31 december 2021