Ik vond het een raar verhaal. Mijn moeder vertelde dat ze in de supermarkt bedacht of ze alles in haar mandje had gegooid wat ze nodig had. Op koffie na. Ze nam een pak van het rek, ook dat belandde in de mand.
Thuis zag ze dat ze cafeïnevrije koffie had gekocht in plaats van wat ze anders altijd neemt: roodmerk. Zelfs de kleur had haar kunnen wijzen op haar verkeerde keuze.
Dat cafeïnevrije spul zit immers in een blauwe verpakking.
‘De leeftijd, hè,’ zegt ze dan, als excuus voor die foutjes of vergissingen. Schouderophalend laat ze erop volgen: ‘Dat wordt alleen maar erger.’
Mijn moeder is erg van het relativeren. Niet groter maken dan het is.
Ik mompelde iets van dat ze de volgende keer wel beter zou opletten.
Het zou mij niet gebeuren.
Tot die bewuste ochtend, onder de douche. Wat ik uit de flacon kneep: dat was toch geen shampoo? Nou ja, niks meer aan te doen. Ik ‘waste’ mijn haar er maar mee…
Het was crèmespoeling.
Als er iets is, wat ik niet in mijn haar moet smeren, dan is het dat.
Ik had in de aanbieding vier flessen gekocht, dan had ik voorlopig voorraad.
Zomaar wat in mijn boodschappenmandje gooien, gebeurde mij toch niet? Ik had zelfs mijn bril op gehad, toen ik die flessen kocht.
Terugbrengen naar de winkel durfde ik niet. Bonnetje weggegooid.
Weggeven via facebook? Niemand meldde zich.
Ik vertelde de blunder aan mijn dochter, die mij meteen de gelegenheid gaf om mijn flater op te lossen. ‘Dat is mijn merk en ik ben aan de laatste fles bezig.’
De flessen wisselden van eigenaar, ik had ondertussen de shampoo aangevuld.
Mijn haar krult weer als vanouds en ik ben een lesje wijzer: niet zo snel oordelen, of relativeren zoals mijn nuchtere moeder.