‘Ik ga hardloopschoenen kopen,’ zei mijn schrijfvriend, ‘noem het maar een bevlieging.’
Ik wilde zeggen: staan die schoenen over twee weken op Marktplaats?
Maar dat leek me dodelijk voor zijn hardloop-aspiraties.
Het deed me denken aan mijn eigen – laatste – hardloopavontuur wat al een aantal jaren geleden is. Ik had er goed over nagedacht om weer met hardlopen te beginnen. Ik ga nogal eens af op een gril, dan ga ik ergens met gestrekt been in.
Met in gedachten de uitgave, die een paar hardloopschoenen toch wel is, heb ik mezelf een tijdje bezig gehouden met de vraag of ik het echt wel wilde. Of mijn enthousiasme niet van voorbijgaande aard was.
Nee, dat was het niet. Ik was ervan overtuigd dat ik het moest gaan doen.
Een middagje in de stad met mijn oudste dochter bracht ons bij Running Center. De verkoper stapte meteen op haar af: ‘Wat kan ik voor je doen?’ waarop dochterlief naar waarheid antwoordde: ‘We komen voor mijn moeder.’
Twee of drie paar schoenen later had ik de juiste te pakken.
Met schoenen, passende kleding en mijn hoofd vol heerlijke hardloopdromen liepen we de winkel weer uit.
Natuurlijk ging ik niet meteen voor halve marathons.
Nee.
Dit ging ik nou eens verstandig aanpakken met een trainingsschema vanaf punt nul, passend bij mijn conditie, die zat ook op nul.
Beginnen met intervaltraining.
Daarvan kwam ik al bekaf terug met een rood hoofd en een natte rug. Maar jemig, wat voelde het goed!
Tot mijn linkerknie er anders over begon te denken. Met duidelijke pijnscheuten werd ik tot een ander tempo gedwongen.
Ik ging ermee naar de fysiotherapeut.
‘Met deze knie kun je oud worden,’ begon hij hoopgevend en vervolgde: ‘als je maar nooit meer hardloopt.’
Mijn hardloopschoenen heb ik weggegeven via ‘gratis af te halen in Langedijk.’