Wat mijn boekacteurs eruit flappen, daar zit ik tijden op te hakken.
Ik heb er soms uren werk aan om een gesprek vlot te laten lopen. De lezer moet het moeiteloos voor lief nemen omdat het zo natuurlijk lijkt. Ik moet er wel eens flink moeite voor doen om dat goed op papier te krijgen.
Ik moet mijn karakters de woorden in de mond leggen. Ik moet het hen voorkauwen. Volgzaam herhalen ze wat ik voor hen bedacht heb. Eindelijk staat er netjes op. De boekfiguren hebben hun punt gemaakt. Ik kan verder met het verhaal.
Dan gebeurt er wat vreemds.
De karakters verlaten hun volgzame rol en nemen het over. Ze blijken nog lang niet uitgesproken te zijn. Niet alleen komt nu het heikele punt aan de orde, maar uit de duistere diepten komen onderliggende zaken omhoog.
De onuitgesproken onderwerpen komen nu op tafel. Het duldt niet langer uitstel.
Ik maakte steigerend bezwaar om dat getalm, maar deze twee dames wisten wat goed voor de verhaalloop was. Ze laten zich niet van hun plek jagen voordat ze dit besproken hebben.
Met stijgende schaamte besef ik dat ik plat op mijn gezicht zou zijn gevallen als ik dit onbewerkt zou overslaan.
Van mij kregen ze wel een momentje om elkaar op de hoogte te brengen van wel en wee. Compleet met koffie. Zo attent was ik wel. Natuurlijk zou hun gesprek zaken verduidelijken, maar dat hoefde niet pagina’s lang te duren.
Ik kijk van de een naar de ander.
De boekacteurs ontstijgen hun vorm. Het zijn niet langer types die zwijgen als ik mijn laptop uitzet. Wat zeggen ze verstandige dingen, wat zijn ze slim.
Ze hebben me te pakken.
Ik kan niet anders dan toekijken hoe de dames met vereende krachten het zwaartepunt van het verhaal boven water halen.