Hoeveel uren chique heeft een mens in zijn of haar leven? Tegenover het aantal uren casual?
Er zijn gelegenheden, deftige, waarvoor ik me passend moet kleden. Dat lukt prima, ik weet hoe het hoort. Ik heb schattige, mooie en een tikkeltje gewaagde jurken. Lang, tot op de knie, tot net erover. Hakje eronder: ik kan voor de dag komen.
Maar als die gelegenheid erop zit, weet ik niet hoe gauw ik weer moet terugschieten in mijn spijkerbroek.
Mooi hoor, die jurkjes, maar je zult me er weinig in zien. Ze winnen het niet van mijn jeans.
De meeste uren van de dag, de meeste dagen van mijn leven vragen toch eerder om denim dan om gala. Dat is voor mij al zo lang zo, dat ik uitgetekend kan worden in een spijkerbroek.
Ik wil het ook niet anders hebben.
Voor een spijkerbroekgelovige zoals ik is er niks fijners dan ’s ochtends, in een blinde greep, een jeans van de stapel te pakken.
Met een voor mij net zo onmisbare riem door de lussen. Die draag ik meer voor het idee, want die broek zakt echt niet van mijn kont.
Het is zo’n vijftig jaar geleden dat ik voor het eerst in een spijkerbroek stapte en ik ben er nooit meer uitgestapt. Het is een liefde voor het leven geworden.
Ik draag ze, zij dragen mij.
Spijkerbroeken zijn allang niet meer die stugge dingen waarom ze vroeger bekend stonden. En dan nog, dan voel ik ten minste dat ik zo’n broek aan heb.
Ik ben blij met die stapel broeken in mijn kast. Zonder denim zou ik onthand zijn. Wat moet ik anders aan? Jeans vervelen mij nooit.
Dat ik ze dagelijks draag, wil niet zeggen dat het saai wordt. Absoluut niet. Tenslotte hebben al mijn spijkerbroeken een andere kleur blauw.