• Schrijfwandeling In de papieren lopen
  • Schrijfvaartochten
  • Het mysterie van Langedijk
  • Lezing
  • Schrijfworkshop
  • Foto's 2022 deel 1
  • Foto's 1
  • Foto's 2
  • Foto's 3
overzicht

Waar is ze?

Mercedes cabrio

Gepubliceerd: 05-02-2022

Het lage zonlicht op een februarimiddag kleurt goud. Het licht schiet als een bliksem in mijn ogen. Het verzengt me van binnen. Iets in mij blijft achter als een hoopje smeulende as. Waar dat deel uitdooft alsof het geëlektrocuteerd is, wordt een ander deel van mij elektrisch, wild, vrij en vibrerend van puur leven. Het februarilicht drijft me tot waanzin.

 

Ik weet niet meer wat ik met mezelf aan moet. Ik moet naar buiten.

 

Ik trek mijn winterjas aan. Van een dun jasje kan nog geen sprake zijn. Het voorjaar wordt in al zijn verleidelijke glorie aangekondigd, maar het is ijskoud. Ik ga de deur uit. Lopen. Ik zal wel zien waarheen.

 

De Mercedes cabrio mindert vaart voor de drempel. Ik stap de weg op en houd hem tegen door mijn hand op te steken. De man achter het stuur kijkt me met een halve glimlach aan.

 

‘U wilt de weg vragen?’ vermoedt hij.

‘Nee.’ zeg ik en stap in.

De glimlach verdwijnt niet van zijn gezicht. ‘Eh… ik ga naar Duinvermaak in Bergen om een pannenkoek te eten.’

‘Goed plan.’ zeg ik. ‘Nou, vooruit, je was al op weg. Rijden maar.’

Hij valt terug op de normale fatsoensregels. ‘Ik heet Martin.’

‘Dan was het voorbestemd dat we elkaar zouden ontmoeten,’ zeg ik. ‘Ik heet Martine.’

 

Waar de leugen zo gauw vandaan komt, weet ik niet. Waarom geef ik mezelf opeens een andere naam? Omdat ik het daarnet als mezelf, als Lisa, te kwaad kreeg?

 

‘Je lijkt een beetje op mijn vrouw.’ zegt Martin. Hij wijst op het handschoenenkastje. ‘Kijk maar in haar paspoort.’

 

Ik open de klep en pak er twee paspoorten uit. Zijne en hare. Zijn vrouw, Jacqueline, lijkt inderdaad op mij. Voordat ik de paspoorten terug leg, zie ik ook het kentekenbewijs van de cabrio. Snel werp ik er een blik op.

‘De auto staat op naam van je vrouw.’ stel ik vast.

‘Dat klopt.’ zegt Martin. ‘Hij is eigenlijk van haar. Ze heeft hem nog maar net. Nieuw uit de garage. We gaan er morgen mee op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Mijn vrouw slaapt komende nacht bij haar ouders in Aerdenhout. Ik heb het rijk alleen en vierentwintig uur de beschikking over de cabrio. Oh ja,’ voegt hij er aan toe, ‘en ik hou van onverwachte ontmoetingen.’

Ik knipoog naar hem. ‘Dat zijn de leukste.’

 

Ries Bartels rijdt naar huis in zijn zwarte Volvo V60. Op weg naar zijn woonplaats, Schoorl, kijkt hij tegen de zon in. Het februarizonnetje staat laag. Het gouden licht van het late middaguur geeft alles glans. Het doet verlangen naar het voorjaar. Maar zover is het nog niet, denkt hij, zo direct eerst de haard aansteken. Ik hoop dat Lisa een Chardonnay koud heeft liggen. Daar wil ik eerst een glas van, om met haar het weekend in te luiden.

Thuis gooit hij zijn autosleutels in de fruitschaal.

‘Lisa?’ roept hij.

 

In restaurant Duinvermaak in Bergen bestellen Martin en ik de pannenkoek van onze keuze. We klinken met de Chardonnay die we erbij gevraagd hebben.

‘Op onverwachte ontmoetingen.’ zegt Martin.

‘En waartoe ze mogen leiden.’ beloof ik hem. Ik leg mijn hand op de zijne. ‘Ik betaal en ik duld geen tegenspraak.’

 

De pannenkoek is zo groot als een wagenwiel. Warm, vullend, kinderachtig troosteten. Heerlijk.

Al gauw schuif ik het lege bord van me af. ‘Blijf lekker zitten.’ zeg ik tegen Martin. Hij heeft nog een beetje wijn in zijn glas. ‘Ik ga plassen en betalen.’

‘Dan ga ik na jou.’

 

Ik ga naar de wc. In de spiegel boven de wastafel zie ik een gezicht met koortsachtig felle ogen. Ik ken die vrouw niet, maar ik begrijp haar uitstekend.  

Ik kom weer langs de bar en de kassa. Ik leg een briefje van 50 neer en zeg tegen de man erachter: ‘Dat is voor tafel 17. Laat de rest maar zitten.’

‘Dank u wel, mevrouw.’ knikt hij glunderend. Hij heeft zojuist een royale fooi gehad.

 

‘Je kunt, hoor.’ zeg ik tegen Martin.

‘Let je even op mijn spullen?’ vraagt hij.

‘Zeker.’

 

Hij verdwijnt in de herentoiletten.

Ik pak Martins autosleutel, zijn bolstaande portefeuille en Iphone en verlaat het restaurant.

Bergen heeft zich in winters duister gehuld.

Ik stap in de Mercedes en rijd weg. Bij de eerste de beste vuilnisbak stop ik en gooi Martins paspoort en de Iphone erin.

Ik ben op weg.

 

Ries loopt het hele huis door. Het wil er bij hem niet in dat zijn vrouw niet thuis is. In elk vertrek roept hij Lisa. Weer beneden ziet hij dat dat zinloos is. Haar jas hangt niet aan de kapstok. Haar laarzen zijn er ook niet.

Dat ze is gaan wandelen, stelt hem maar ten dele gerust. Lisa kennende, zou ze haar wandeling zo plannen om weer thuis te zijn tegen de tijd dat hij arriveert.

Ze reageert niet op zijn berichtjes: waar ben je? kom je gauw thuis?

 

Lisa, de huismus, ze lijkt spoorloos verdwenen. Zijn vrouw is netjes. Georganiseerd. De Chardonnay waar hij net zo’n zin in had, staat inderdaad in de koelkast. Zo kent hij Lisa. Niet als iemand die onaangekondigd vertrekt. Zeker niet als iemand die daarbij ook nog haar telefoon uitschakelt.

 

Ries onderdrukt het idee dat er iets met haar gebeurd is. Daar wordt hij niet rustiger van. Hij controleert zijn mobiel voortdurend op berichtjes van haar.  De muren komen op hem af.  

Hij wil niet langer in zijn eentje kniezen. Iets te eten maken? Hij moet er niet aan denken. Dan maar een pannenkoek eten in Duinvermaak.

 

Martin komt terug van het toilet. Hij ziet het meteen. De tafel waar hij aan zat met Martine is leeg. Ze is weg. Hij kijkt het restaurant rond. Loopt ze daar nog ergens? Nee. Hij snelt op het tafeltje af. Daar ligt niets meer. Zijn autosleutels, zijn portefeuille, zijn Iphone, ze zal toch niet…? Hij rukt de deur open. Rent naar de parkeerplaats. Verwilderd kijkt hij om zich heen. Waar stond zijn auto ook weer? Hij rent tussen de rijen geparkeerde voertuigen door. Hij komt weer bij de inrit uit. De Mercedes cabrio staat er niet meer.

 

Martin slaat zijn armen om zijn hoofd. Hij had zich al verheugd op een heet nachtje met Martine. Als dat ging zoals ze eerder die middag het voortouw had genomen, werd het vuurwerk. Jacqueline hoefde daar niets van te merken. Morgenochtend gewoon het beddengoed in de was gooien. Maar Martine blijkt een ordinaire autodief te zijn. Wat een uitgekookt kreng! Hem een beetje opnaaien en er met zijn wagen vandoor gaan.

 

Hij graait gewoontegetrouw in zijn kontzak. Treft daar zijn Iphone niet meer aan. Hij kan niet eens de politie bellen om de diefstal te melden. Hij steekt een middelvinger op in de richting waarvan hij denkt dat Martine is weggereden. Hij scheldt. Hij vloekt en tiert alle duivels uit de hel.

 

Er zit niks anders op. Hij zal Duinvermaak weer binnen moeten gaan en vragen of ze de politie willen bellen.

 

Het is een schatje, die Mercedes cabrio, happig naar kilometers. De motor spint als een tevreden poes. ‘Nou, kom maar op,’ zeg ik, ‘we gaan lekker even de benen strekken.’

Ik zie mijn ogen in de achteruitkijkspiegel. In mijn binnenste begint een stem: Lisa, meid, is dit wel een goed idee?

‘Bemoei je er niet mee.’ zeg ik.

 

Ik kan het niet helpen dat ik kortsluiting kreeg vanmiddag. Die gekmakende zon trof me als een bliksem. Het heeft me losgescheurd van mijn oude ik. Ik zie mijn huis voor me. Mijn heerlijke huis, waar alles is om het leven comfortabel te maken. Ik heb er niets meer mee.

 

Wat was het laatste wat ik daar deed? Was het van enig belang? Was ik, de oude ik, nog van enig belang? Kennelijk niet. Eén verblindende zonnestraal rukte me los van mijn oude, bekende bestaan.

 

Mijn man Ries is nu zeker thuis. Mijn ogen in de spiegel zeggen dat hij zich ongerust maakt. Het raakt me niet. Het scheelt me niks meer.

Je hebt een auto gestolen, zegt de blik in de spiegel.

‘Omdat het kon.’ antwoord ik. ‘Omdat ik nu pas voel dat ik leef.’ Ik schreeuw het uit. ‘Ik leef!’

 

Als ik de Afsluitdijk over ben, stop ik. Ik wil zien wat er in die portefeuille zit. Genoeg om een nachtje in een duur hotel door te brengen. Dat doe ik niet. Ik rij door. Het is rustig op de wegen in Friesland en Groningen.  Ik ben gedekt door de duisternis. Voor ik het weet ben ik de grens over. Geen controle. Maar zo ja, dan zou die schattige Jacqueline Vervoorde me te hulp schieten in de vorm van haar paspoort en het op haar naam gestelde kentekenbewijs. Jacqueline dekt me wel.

Het gas gaat erop. Duitsland ligt voor me open. Er zit nog genoeg benzine in de tank van dit raspaardje. Vooruit, gáán!

 

‘Jij zit er ook niet al te florissant bij.’ zegt Ries Bartels tegen de man naast hem aan de bar van Duinvermaak.

‘Hoe zou jij erbij zitten als je auto net gestolen is?’ zegt de man met de bloeddoorlopen ogen. Hij heeft een whisky voor zich staan.

‘Nee joh!’ Ries ziet dat hij niet de enige met problemen is. ‘Hoe kan dat nou?’

‘Door mijn eigen stomme, naïeve gedrag. Ik heb een vreemde vrouw meegenomen. Wat heet, ze hield me aan en stapte gewoon in. We hebben hier eerder vanavond aan de pannenkoeken gezeten.’

‘Dat was geen alledaags type.’ oordeelt Ries.

‘Nee, deze tante had lef. Ze beloofde me zo ongeveer een hete nacht.’ De man lacht meewarig in zijn whisky. ‘Die sporen had ik wel kunnen uitwissen. Maar hoe ik mijn vrouw vertellen moet dat ik haar net nieuwe Mercedes cabrio zo’n beetje onder mijn kont vandaan heb laten stelen… Man…’

‘Heb je de politie gebeld?’

‘Met de telefoon van hier.’ Hij wijst op het restaurant. ‘De agenten zijn net weg. Dat kreng heeft alles meegenomen toen ik ging piesen. Iphone, sleutels, portefeuille.’ Hij zucht. ‘Mijn vrouw is één dag van huis en ik bega de grootste stommiteiten.’

‘Van huis… ja. Daarom zit ik hier ook. Ik kwam vanmiddag thuis in een leeg huis. Geen idee waar mijn vrouw is.’ zegt Ries. Hij schrikt. De vrouw die er met de auto van die ongelukkige stumper vandoor is…? Tegen beter weten in vraagt hij: ‘Hoe heette die vrouw die je cabrio gejat heeft?’

‘Dat was ook zo bizar.’ zegt Ries’ bar-buurman. ‘Ze had zowat dezelfde naam als ik. Ik heet Martin, zij heet Martine.’

 

Ries is niets wijzer maar toch opgelucht. ‘Ik dacht een moment…’ zegt hij. Hij schudt zijn hoofd in ontkenning. ‘Het is Lisa niet. Die doet zoiets niet. Uitgesloten.’

Tags


februari , kort verhaal , mercedes cabrio

Overige blogs


13-05-2025 - Een verhaal dat klinkt als een foto van lang geleden
06-05-2025 - DE SCHIPPER ZEGT NIKS… MAAR HIJ KENT HET GEHEIM
29-04-2025 - Ligt de oplossing van het Mysterie van Langedijk in de verte?
22-04-2025 - WERKBESPREKINGEN KUNNEN OOK LEUK ZIJN
19-04-2025 - VERSTROOID
15-04-2025 - Staat-ie te dagdromen? Hé schipper, wat voor mysterie zie je voor je?
08-04-2025 - ECHT NIET ALLEEN KOMMER EN KWEL, ER IS OOK NOG WAT TE LACHEN
01-04-2025 - MYSTERIE VAN LANGEDIJK
25-03-2025 - MYSTERIE VAN lANGEDIJK
22-03-2025 - BEDRIJFSSPIONAGE
20-03-2025 - GETIJDENDANS
18-03-2025 - DAGBOEK VAN BAKKER TON WEDER
13-03-2025 - GETIJDENDANS
11-03-2025 - MYSTERIE VAN lANGEDIJK
06-03-2025 - GETIJDENDANS
27-02-2025 - GETIJDENDANS
21-02-2025 - CRÈMESPOELING
20-02-2025 - GETIJDENDANS
13-02-2025 - GETIJDENDANS
06-02-2025 - GETIJDENDANS
30-01-2025 - GETIJDENDANS
25-01-2025 - SCHAAMTE
23-01-2025 - GETIJDENDANS
16-01-2025 - GETIJDENDANS
09-01-2025 - Getijdendans
27-12-2024 - JAAROVERZICHT
29-11-2024 - YVONNE
02-11-2024 - ORIGINELEN
29-10-2024 - Presentatie De puzzel van Pleuni
19-10-2024 - DAAR IS-IE!
04-10-2024 - HARDLOPEN

Boeken

 

Schijfvaartocht

Schrijfvaartocht

Social media


Facebook

 

Contact


afrabeemsterboer.ab@gmail.com / www.afrabeemsterboer.nl
Telefoon: 06 18924259

 

Aanbod


Schrijfwandeling In de papieren lopen

Schrijfvaartochten

Het mysterie van Langedijk

Lezing

Workshop

Facebook


Copyright 2025 - Afra Beemsterboer
Inloggen | Ziber Website | Design by Kantoor 260