Op een markt staan Mary Schoon en ik tegenover een stalletje met dameskleding. Er komt een echtpaar aan. Zij gaat op de kleding af. Hij maakt een praatje met ons. Over boeken. Heeft hij weinig tekst over.
Hij is door zijn gespreksstof heen, maar het zoeken en passen van jurken duurt voort.
Hij wordt erbij geroepen. Is zo weer terug. ‘Moet ik zeggen hoe het staat. Heb ik geen verstand van.’
Zijn vrouw is niet meer te stoppen, hij is het beu. Komt dan met een oplossing: ‘Bij de volgende jurk zeg ik gewoon dat ze er dik in is.’