VERSTROOID

Column

Met een winkelmandje vol vers fruit en verse groente stapte ik de Toko weer uit om mijn aankopen in de fietstassen over te laden.

Eenmaal de tassen gevuld, greep ik blindelings naar mijn sleutel en de display van mijn elektrische fiets.

Ik heb voor alles een vaste plek. Ik hoef niet te zoeken naar waar ik mijn spullen gelaten heb.

Maar ik greep mis, er zat niets in dat vakje van mijn tas.

De sleutel stond nog in het slot, de display zat nog op zijn plek.

Ik schrok me rot en ik leerde mezelf – daar ter plekke – kennen als een kampioen achteruit bidden. Zo hartgrondig stond ik te vloeken en mezelf uit te schelden. Dit was nu – wel hier en gunter – de tweede keer.

Het was dat er op dat moment alleen eerlijke mensen op straat waren, anders was ik mijn geliefde fiets kwijt geweest. Met fietstassen en al.

Ik ben van nature een heel secuur mens. De ramen gaan dicht voordat ik van huis ga. Voordat ik op pad ga, voel ik altijd nog eens precies of de huissleutel wel in mijn zak zit. Voorzichtig ben ik ook. Ik zal nooit zomaar oversteken. Kijk bewust over mijn schouder, steek mijn hand uit voor de bocht.

Maar ik speel het wel klaar om, op die ene kilometer die ik afleg van huis naar het centrum van het dorp, ergens anders te vertoeven. Ik bevind me op een plek die zowel echt kan bestaan als dat ik hem verzonnen heb. Ik rijd in mijn eentje over de Voorburggracht, maar ik ben niet alleen. Ik rijd onder het ontluikende groen van april door, maar het kan ook herfst zijn.

Het boek dat ik aan het schrijven ben, kan me zo in beslag nemen, dat het me mijn fiets zou kunnen kosten.

sleutels sleutels