EINDELIJK HAAR EIGEN NAAM

Ooit, lang geleden, in 1990, kwam mijn eerste boek uit: Omweg door de zomer. Het verhaal speelde zich af in Heiloo.

De hoofdpersoon daarin heb ik Stans genoemd.

Toen het boek uitkwam, was mijn dochter Stans drie maanden oud.

Ik kreeg nog een dochter: Pleuni.

Daarmee kwam ook de verplichting om haar te vernoemen in een boek.

Iets wat ik mezelf oplegde, maar een beetje schrijfster mag een paar rare trekken hebben.

Toch lukte dat vernoemen zomaar niet.

Voor de hoofdpersonen in de boeken die volgden, dook steeds een andere naam op.

Het zal ook wel weer zo’n rare schrijverstrek zijn, maar het is vaak zo dat als een naam als vanzelf opduikt, dan krijg ik hem niet meer uit mijn systeem.

Na Stans volgden Caroline, Emma, Femmy, nog een keer dezelfde Emma, Freya, Cox, Roos, Tessel, Leida, Addy, Anna en de drie zussen uit De tuin van Teun: Diede, Willemijn en Luus.

Het is ook wel gebeurd dat ik het verhaal niet vond passen bij een naam als Pleuni.

Als ik een roman schrijf, hangt er ook een sfeer omheen.

Het ene boek klinkt zwaarder dan het andere boek. Ik schrijf het ene script in een andere gemoedstoestand dan het volgende.

Dat ik elk verhaal schrijf in een andere gevoelsbeleving dan die waarin ik het vorige heb geschreven, is niet relevant. Als het maar een goed verhaal wordt.

De roman met een Pleuni in de hoofdrol moest de juiste sfeer ademen.

Bij het schrijven van mijn vijftiende boek viel alles op zijn plek.

Kwam dat omdat dit verhaal me inviel met de kracht van een blikseminslag en net zo onverwacht? Geen idee, maar de hoofdpersoon was het waard om de naam van mijn dochter te dragen.

De echte Pleuni heeft er wel lange tijd op moeten wachten: 30 jaar.

boeken rommeltje boeken rommeltje