SCHEMA'S

Het klinkt als de doodssteek voor creativiteit: een boek schrijven aan de hand van een schema. Alsof ik mijn inspiratie commando’s geef: nu wel, dan niet. Toch staat het schema al vast voordat ik de eerste letter op papier zet. Een script mag 70.000 woorden tellen, zo kan ik berekenen wanneer het klaar moet zijn. Dat vindt mijn uitgeefster fijn om te weten. Zij houdt van vooruit plannen.

 

Het komt hierop neer: ik wil per week 1.600 woorden schrijven. Dat klinkt als weinig, maar het blijkt soms een onhaalbare zaak. Ik ben gewend aan een gemiddelde dagopbrengst van 300 à 400 woorden. Daar trekken de heilige inblazingen zich niets van aan. Ik kan ploeteren op 200 woorden, dan is de inspiratie maar zuinigjes aanwezig. De volgende dag lees ik dat terug: bagger. Een hele middag schrijven wordt gewist.

 

Er zijn dagen dat ik 1000 woorden schrijf. Die uitzonderingen schrijven zichzelf. Zoveel woorden in één sessie ontstaan organisch, vanuit inspiratie waarvan ik niet eens besef dat ik het heb. Die onwillekeurig geschreven tekst is altijd goed. Gelukkig maar, want lappen tekst van die lengte wissen? Dat zet me meteen weer op achterstand.

 

Ik ontkom niet altijd aan tellen en rekenen. Dit blog bijvoorbeeld telt, zonder titel, precies 300 woorden, maar een schrijfschema geeft overzicht. Zo kan ik de voortgang van mijn script makkelijk afmeten. Het is een ruggensteuntje, maar het biedt geen enkele bescherming tegen wat er in de praktijk gebeurt.

 

Het schrijven van een boek laat zich niet vangen in een excelsheet. Hoe strak ik ook de regie wil houden, ik kan het schudden. Zo werkt het niet. Ik zou ondertussen moeten weten dat schrijven geen boekhouden is. Ik maak me zorgen, ik loop al een tijdje op achter. Schema’s? Je kunt er uiteindelijk niets meer mee dan ze omgooien.

boek met dennenappels boek met dennenappels