ENNE… WIE BENT U?

Ze spoken al maanden door mijn hoofd: de personen die mijn boek gaan bevolken. Ik leer ze al goed kennen. Ik zie hoe ze kennismaken met elkaar, hoe ze hier en daar al wat te stellen hebben met hun nieuwe relatie of vriendschap. Of dat ze elkaar juist niet mogen.

 

Hoofdpersonen reizen allang met me mee voordat ik werkelijk aan het script kan beginnen waarin ze een rol spelen. Ze komen in mijn hoofd op, lang voordat ik het boek ervoor heb afgemaakt.

 

Alleen… deze keer niet.

 

Het manuscript dat ik nu onder handen heb, is ontstaan uit de resten van een boekplan dat werd afgekeurd door de uitgever.

 

Toen me dat verteld werd, bleef ik ontdaan achter. Ontsteld. Verdrietig. Leeg. Niet alleen moest het verhaal uit mijn systeem verwijderd worden, ook hoe ik ermee wilde leven in de 10, 12 maanden die nog moesten komen.

 

Bijna wanhopig belde ik met mijn uitgever. Dit kon toch niet waar zijn? Er zaten nog wel bruikbare stukken in, smeekte ik. Gebruik die dan, werd er gezegd.

 

Dichtbij tranen zei ik: ik heb nu meer gaten dan stof over.

 

Hoe het voelt om verslagen te zijn? Daar kan ik nu ook over schrijven.

 

Wat bleef was een waakvlammetje. Een vlammetje dat zei: maar jij blijft schrijven, gebeurt wat gebeurt.

 

Twee ochtenden later, onder de douche, brak er een glimlach door.

 

De waakvlam werd een steekvlam.

 

Ik zag een zijpaadje waaraan ik eerder geen aandacht had geschonken. Dat moest ik onderzoeken. Daar trof ik nieuwe mensen, die een verhaal konden dragen. Het zag ernaar uit dat ze genoeg gingen meemaken.

 

Deze kennismaking met de hoofdpersonen was gehaaster dan in het geval van al mijn boeken hiervoor, maar dat hoeft niets slechts te betekenen.

 

Wat onverwachts gaat, gaat meestal het best, zeggen ze toch altijd?

 

boek gras mobiel bril boek gras mobiel bril