TUINBLUNDER

Iedereen weet wel wat weegbree is. Dat plantje groeit in de bermen, het wordt zo’n centimeter of twintig lang. Paardenbloemen, die zijn ook bekend. Die maken hele rozetten in het gras en komen niet veel hoger dan tot halverwege je kuiten. Margrieten, ook een algemene bloem, die worden iets hoger dan de paardenbloemen.

 

Niets aan de hand zolang die planten doen wat ze moeten doen.

 

Maar als die soorten tot je heupen komen, is het niet leuk meer. Dan wordt het bedreigend.

 

Ik spreek uit ervaring. Daar kan ik nog een schepje bovenop doen ook. Bij mij in de tuin kwam dat spul tot aan mijn oksels.

 

Jarenlang had ik een stukje gras, een mini-gazonnetje. Wat ik ook probeerde, het gras werd elk jaar slechter. Tot de hovenier met een kennersblik zei: Dat gras is af. Dat wordt niets meer.

 

Zaai het maar in met een wildbloemenmengsel, besloot ik kordaat.

 

Ik vond dat een sympathieke tegemoetkoming aan de insecten die het steeds moeilijker krijgen.

 

Dat bloemenzaad besloot om zich niet aan de regels te houden. Dat had een heel andere opvatting van wild.

 

De planten maakten er een onderlinge wedstrijd van wie het langste kon worden. Paardenbloemen van anderhalve meter hoog. Weegbree dat me recht in de ogen keek. Margrieten waartegen ik zo’n beetje moest opkijken.

 

Het werd een jungle.

 

Dat was niet weelderig, dat was overweldigend.

 

Ik gun de insecten een makkelijke hap, maar dit ging alle perken te buiten. Het liep volledig uit de klauw. Dit was een vijandige overname.

 

Daar was één remedie tegen: de heggenschaar. Door om me heen te maaien maakte ik een slagveld van de achtertuin. Alleen zo kon ik de regie weer overnemen.

 

Er staan nu vriendelijke, kleine planten die het wel begrijpen, maar ik schrik nog altijd bij de woorden weelderige plantengroei.

 

paardenbloem paardenbloem