OUDJAARSGEVOEL

Column

Bij dat woord zou er toch iets weemoedigs bij mij naar boven moeten komen.

 

In de dagen na Kerstmis tot aan Oudjaarsavond verdampt het feestelijke van de kerstdagen tot iets alledaags. Om in de laatste uren van het jaar weer te worden opgeladen met het feestgevoel voor de jaarwisseling.

 

Ik heb er niks mee.

 

Ik heb niks met dat gemekker van ‘alweer een jaar voorbij’.

 

Mensen uitnodigen opdat ik met Oud en Nieuw niet alleen zit? Of mezelf uitnodigen om ergens anders een stoel in te nemen? Het is een praktisch probleem wat ik maar het liefst zo snel mogelijk achter de rug heb.

 

Het per sé opblijven tot middernacht is voor een fervente aanhanger van vroeg naar bed gaan zoals ik een crime. Het is dat een goede oudejaarsconference de tijd tot het grootse moment een beetje snel laat omgaan.

 

De trotse Hollandse traditie van oliebollen eten op de avond van de 31ste december doe ik weinig eer aan. Met één bol heb ik mijn bekomst al.

 

‘De beste wensen voor het nieuwe jaar’: die vaagheid probeer ik zo welgemeend mogelijk uit te spreken. Echt: ik gun iedereen van harte gezondheid, geluk en voorspoed.

 

Vuurwerk afsteken? Ik moet er niet aan denken. Als ik een kwartier lang geduld heb voor dat veelkleurige gespetter en dat geknal is dat al veel. Zo snel mogelijk naar huis, of, als ik daar al ben: naar bed. Lichten uit, gordijnen dicht. Al knalt het tot zes uur in de ochtend, ik slaap er dwars doorheen.

 

Het nieuwe jaar is zo ongeveer een uur of twaalf oud als ik de kerstboom alweer ingepakt heb. Nog een paar uur later en alle kerstboel staat op zolder. Heerlijk, de woonkamer weer op zijn ‘gewoon’.

 

Laat dat nieuwe jaar maar komen. Ik ben er helemaal klaar voor.

 

Van ganser harte een heel goed 2023 gewenst!

 

Deze column is eerder verschenen in Nieuwsblad Dijk en Waard, Editie Langedijk, 30 december 2022

 

vuurwerk vuurwerk