SCHRIJFDUIVELTJE

Column

Mijn nieuwe script krijgt mij meer en meer in de ban. Ik raak steeds meer vertrouwd in het nieuwe landschap dat zich aan mij toont. Ik leer de personages beetje bij beetje kennen. Ik ben nog wat onwennig in de onderwerpkeuzes en moet heel voorzichtig te werk gaan bij de spanningsopbouw.

 

Het is nog heel fragiel allemaal. Ik wil graag geloven dat het goed gaat, maar dat gaat niet vanzelf.

 

Het is een nieuwe klus, een ander project, allemaal nog best spannend. Ik heb er mijn volle aandacht bij nodig.

 

Een schrijfduiveltje trekt zich daar niets van aan. Jennend nestelt zich een nieuw verhaal in mijn hoofd. Steekwoorden vlammen in neonletters door mijn gedachten. De woorden worden zo aantrekkelijk voorgeschoteld dat ik onweerstaanbaar aangelokt word, met de verbindende woorden zo’n beetje op mijn lippen. Dat opdringerige ding is niet eens zo lang, maar het wordt me kant en klaar aangeboden.

 

Ik wíl er niets mee doen, ik ben met een script bezig. Ik wil met rust gelaten worden.

 

Dit schrijfduiveltje is hardnekkig. Hoe harder ik het weg duw, het komt terug als een bal die onder water wordt gehouden.

 

Van die vervelende stoorzender moet ik het toch kunnen winnen? Anderzijds, als een verhaal zo hard vecht voor zijn bestaansrecht, moet het een kans hebben.

 

Goed dan, ik zet een nieuw Word-document open. Haal diep adem. Laat mijn vingers over de toetsen razen.

Het verhaal sprint naar de uitgang. Het ontvouwt zich in ziedend tempo uit tot 600 woorden.

 

Voor ik het weet, zet ik de laatste punt. Het rokende toetsenbord mag afkoelen.

 

Als ik nog langer weerstand had geboden, had dat duiveltje me ook niet aan mijn script laten toekomen.

 

Nu het op papier staat, vraag ik me af hoe erg het was om aan de verleiding toe te geven.

 

Deze column is eerder verschenen in Nieuwsblad Dijk en Waard, Editie Langedijk.

 

schrijfduiveltje schrijfduiveltje