MOEILIJKE START

Het is filerijden, al is het nog vroeg op de zaterdagochtend. We gaan stapvoets vooruit op de kade. Vriendin Mary Schoon en ik leggen de laatste meters af, tot we bij onze marktkraam zijn.

 

Met grote schrikogen zegt Mary: ‘Ik ben de lappen vergeten.’

 

De lappen: dat zijn de 6 meter lange satijnen doeken die over de marktkraam gehangen moeten worden.

 

De enige oplossing voor dit acute probleem is: terug naar mijn huis.

 

Voor twee schrijfsters die zich voornamelijk bezighouden met toetsenborden en fictie volgde er een ongekend stukje actieve, handelende probleemoplossing.

 

We maken zo snel mogelijk de auto leeg. Met een bloedgang laden we dozen en tassen uit. Mary wurmt de auto van het marktterrein af, dan gaan we er spoorslags vandoor.

 

Binnen de kortste keren rijden we opnieuw richting markt.

 

Met de fleece dekens, die zich gewillig over de marktkraam uitstrekken. Dat probleem is opgelost.

 

Dan ruik ik iets walgelijks. Onder mijn rechterschoen voelt het opeens sponsachtig: een hondendrol.

 

En als ik ergens niet tegen kan…

 

Ik gesp mijn schoen los. Smijt hem over de kraam in het gras. Op één blote voet bouw ik verder de kraam op.

 

Dat werkt niet. Mijn andere schoen belandt ook in het gras.

 

Om zo blootsvoets op straat te blijven rondlopen, vind ik ook niks. Dadelijk sta ik in een stuk glas of iets anders scherps. Ik moet eerst iets aan die poepzooi doen. Dan kan ik mijn schoenen weer aantrekken.

 

De hoofdprijs voor elegantie zal ik er niet mee gewonnen hebben, maar ik heb mijn schoen weer schoon gekregen, liggend op mijn knieën, op een steigertje boven het kanaal, prutsend met een plastic zakje.

 

Het begin van de dag was lastig, maar als de problemen aan de start lagen, dan kon het alleen maar beter worden. En dat gebeurde ook.

DSC_5036 DSC_5036