KLAAR VOOR DE KLUS

Mijn conditie is achteruitgegaan. Mijn schrijfspieren zijn in omvang afgenomen.

 

Niet zo gek, ik heb ze een half jaar niet getraind.

 

Ik heb wel geschreven, maar dat waren meer sprintjes en hier en daar een Engelse mijl. Oké, een enkele halve marathon maar het echte duurwerk bleef buiten beeld.

 

In de afgelopen zes maanden heb ik een paar korte verhalen geschreven en mijn wekelijkse blogs. Columns in het weekblad, als het mijn beurt weer was. Ik heb een nieuwe lezing in elkaar gezet. Interviews, vooral veel interviews passeerden de revue.

 

Mijn agenda ziet er nu weer anders uit. Er is weer ruimte voor een boek. Dat komt niet zomaar -baf!- uit de lucht vallen.

 

Op de achtergrond ligt een schrijfblok dat geduldig mijn invallen en ideeën absorbeert. Er was al iets aan het gisten en rijpen. De rode draad bestond al, heel grof.

 

Op zekere dag ben ik er voor gaan zitten. ‘Kom maar, het mag beginnen.’ Er kwam niets natuurlijk. Staren naar de aantekeningen in mijn schrift. Zuchten naar dat ‘Hoofdstuk 1’ dat ik al zo bemoedigend had getikt.

 

Ben ik zo erg uit vorm? Wat is het toch dat me tegenhoudt?

 

Ik weet kop en staart, maar in het midden ligt een leegt. Dat geeft me drempelvrees. En ik zou zo graag die deur binnengaan.

 

Ik probeer het verhaal rond te denken. Ik wil de blanco’s invullen, al is het eerst maar grofweg. Rookgordijnen versperren me de weg. De innerlijke criticus gaat er dwars voor liggen.

 

Toch heb ik een lijntje met dit script. Het wenkt naar me: ‘waar blijf je nou, laten we eindelijk eens aan de slag gaan.’

 

Ik gooi er nog maar weer eens een wandeling tegenaan, in de hoop dat dat missende stuk, het verbindingselement, me de sleutel oplevert om eindelijk echt te beginnen.

koffie croissant schrift vierkant koffie croissant schrift vierkant