Een boek schrijven is net als een weekendje weg

Een nieuw verhaal geeft die tintelende verwachting.

 

Het is net een weekendje weg naar een stad die ik nog niet ken.

 

Het lege papier is de verwelkomende hotelkamer van waaruit ik me klaar maak om het avontuur aan te gaan.

 

Er zijn niet te missen hoogtepunten in die stad. Kan ik die daverende monumenten gebruiken als hoofdpersoon?

 

Bij benadering vallen ze een beetje tegen. Er is al te veel van bekend. Het zijn aanwezigheden die veel plek opeisen zonder ruimte te laten voor nieuwe ontwikkelingen. Ze zitten de dynamiek in mijn verhaal in de weg.

 

Wat voor rol die mastodonten moeten krijgen, weet ik nog niet. Ik laat ze voor wat ze zijn.

 

Ik ga van het gebaande pad af. Ik ging toch voor avontuur?

 

 

Een beetje dwalen in die onbekende stad levert wellicht wat op.

 

Ik loop smalle zijstraatjes in.

 

Daar zijn zeker geen bezienswaardigheden te zien, maar ik snuif een geur op. Ik ga mijn neus achterna. Er hangt een sfeer waar ik diep van onder de indruk raak.

 

Die stille straatjes zwijgen over geheimen die daar verborgen liggen, maar ik voel dat ze er zijn.

 

Ik kom niemand tegen, maar de spanning dampt uit de straatstenen.

 

Ik kom dat straatje weer uit met een gons in mijn hoofd. Ik heb de golflengte te pakken.

 

Dit had ik voor geen goud willen missen. Ik ben blij dat ik aan de verleiding heb toegegeven.

 

Ik heb niet voor niets in dat straatje rondgekeken. Die sfeer kan ik natekenen in mijn script, op zo’n manier dat hij de 26 letters van het alfabet overstijgt.

 

Vooralsnog staat er geen letter op papier.

 

Ik ben op verkenningstocht. Ik wil die vreemde stad zien, horen, voelen, ik wil hem ondergaan. Tenslotte, wat moeten mijn hoofdpersonen zonder decor?

 

Personages zonder achtergrond? Dat is niks.

boeken gezien van de open kant boeken gezien van de open kant