GOOI MAAR WEG

Ik schaamde me dood. Terwijl ik eerder zo trots was op mijn eigen boek op mijn literatuurlijst.

Meneer K. had zinnige vragen gesteld over de inhoud van mijn manuscript. Die had ik als verbeterpunten kunnen nemen. Ze werden me feitelijk aangereikt, tijdens het mondeling examen.

Ik had ze kunnen inbreien in mijn verhaal. Het zou er een stuk beter van zijn geworden. 

 

Maar nee.

 

De kritiek had me zeer gedaan. Ik had geen ander verhaal dan zoals ik het had geschreven.

Wat nou verbeteren? Wat nou wijzigen? Het deugde toch niet?

 

Ik ging lekker kort door de bocht en gooide het weg.

 

Vóór dat grote wapenfeit van mijn boek op mijn leeslijst, had ik al meer geschreven.

 

Thuis pende ik hele kladblokken vol. Verhalen die roemloos ten onder gingen. Geschreven in blinde drift.

 

Het materiaal was mager. Ik had weer een verhaal in mijn hoofd en dat moest af. Ik hield mijn blik gericht op de finish. Vaak viel ik onderweg al uit. De inspiratie was uitgeput geraakt, ik wist geen einde te bedenken.

 

Ik schreef alsof ik op de snelweg zat. Blik recht vooruit. Ik nam de omgeving niet in mij op. De plekken waar de mooiste vondsten liggen sjeesde ik voorbij.

 

Ik was bang dat als ik omkeek, ik het doel uit het oog zou verliezen.

 

Ik had te weinig ervaring om een zijweg te durven nemen. Afwijken van het hoofddoel betekende mijn verhaal kwijt raken. Hoeveel gas ik ook gaf, ik zag niet dat ik zelf de rem op mijn schrijfkunsten hield.

 

Ik schreef zonder te weten hoe ik moest schrijven.

 

Onderweg naar waar ik nu ben, heb ik al veel ondeugden buiten de deur gezet.

 

Dat smalle spoor waarvan ik toen dacht ik dat het moest hebben, is onmetelijk breed geworden. Met mooi zicht naar alle kanten.

grijze kliko grijze kliko