WEL OF NIET

Ik kan het wel, ik kan het niet. Ik red het wel, ik red het niet. In dit stadium van een boek schrijven zijn er meerdere afspraken die spelen. Een daarvan heb ik gemaakt met de uitgeverij.

Die gaat over de deadline.

De kopij van boek 15 moet worden ingeleverd op 31 december 2023. De rest van de afspraken heb ik met mezelf gemaakt. Toch kan ik me best druk maken over wat ik, in stilte, met mezelf overeengekomen ben.

 

Er zijn nog ruim 12.000 woorden te schrijven tot ik aan die 70.000 woorden toe ben, dat mooie, rondgeslepen aantal dat de perfecte lengte van een roman is.

 

Dat zijn er niet zo veel meer, denk ik als ik in een relaxte bui ben. Dat ga ik fluitend redden. Dan, in een andere, gestresste bui, kan het me aanvliegen. Nog zoveel? Help! Waar haal ik die woorden vandaan? En ook: haal ik ze op tijd binnen? Ik heb wel beeld, ik zie de scènes wel voor me, maar weet ik ze ook in woorden te vangen?

 

Ik ben aan de staart van het script bezig. Daar zit ook – zoals het spreekwoord wil – het venijn in.

 

Ik heb nog wel wat scènes in mijn hoofd die ik in de kopij kwijt wil.

 

Daarover ontbrandt prompt weer een andere strijd.

 

Die van de twijfel of het wel genoeg is om het script om de gewenste lengte te krijgen.

 

Even later weet ik zeker dat ik nog veel te veel wil vertellen en dat er scènes zullen sneuvelen.

 

Weer een andere zorg is: red ik het in de tijd die me nog rest of barst ik – plankgas – door de deadline heen.

 

Ik voel me uitgedaagd, daarom vraag ik de uitgever nog niet om uitstel. Ik zal eens laten zien dat ik het kan.

 

 

boek schoenen gras boek schoenen gras