WE ZIJN ER KLAAR VOOR

Op de markt staan is leuk.

 

Hoe we daarvan overtuigd zijn geraakt, weet ik niet, maar het is bij Mary en mij geland.

 

Als we met een stampvolle auto naar een markt gaan, kijken we elkaar wel eens aan. Vinden we het nog leuk? Kunnen we niet beter gaan schrijven? Want het kost ons het nodige.

 

We lopen alle twee met de zenuwen. Om die dapper het hoofd te bieden, noemen we dat voorpret. Het is dat bibberende, verwachtingsvolle schoolreisjes-gevoel. Het moet eerst maar eens begonnen zijn.

 

Samen zo’n hele dag op de markt zitten, is ook een uitgelezen gelegenheid om weer eens te beppen. Dat hebben we nodig. Mary en ik zijn namelijk nooit uitgepraat.

 

Na op een aantal markten en fairs te hebben gestaan, zijn we marktvrouwen met ervaring geworden. We hebben geschaafd aan de inrichting van de kraam, zodat die er spatzuiver uitziet als we de tafel hebben ingericht.

 

Nog voor de officiële opening van de markt, zijn we klaar met inrichten. Ook dat draagt bij aan onze professionele uitstraling. Als je nog staat te rommelen als er al mensen langs lopen, heb je al een verkoopkans gemist.

 

We klappen de stoeltjes uit en draaien de doppen van de thermomokken. Laat de menigte maar komen.

 

De posters van de boekomslagen, op A2-formaat, trekken de aandacht, maar niet iedereen heeft meteen door dat het om romans gaat. Tot ze de stapeltjes ervoor zien. ‘Ah… boeken!’

 

Om duidelijk te maken dat we als auteurs zelf achter de kraam staan, heb ik een bord opgehangen: ‘Uniek! Schrijfsters achter de kraam.’

 

Of dat niet genoeg is, zetten we banners neer van twee meter hoog. Niemand die ze ziet.

 

Tot de aspirant boekenkoper de achterflaptekst leest. Ze zien de auteursfoto. Ze kijken, kijken nog eens… en dan: ‘Jullie zijn het zelf!’

 

DSC_5606 DSC_5606