Bankje

Het lijkt zo’n gewoon bankje. Zoals je er zo veel ziet langs de weg. Met het exemplaar dat midden in het dorp staat is iets bijzonders aan de hand. Die is geclaimd. Daar zitten ‘s ochtends steevast twee heren.

Pensionado’s, ze hebben de tijd aan henzelf. Ze zijn vrijgezel. Hebben ze het thuis niet leuk? Zeker wel, zeggen ze, ‘maar als je tegen de stoelen begint te praten, halen ze je weg.’

Ze treffen elkaar zonder iets af te spreken. Hoeft ook niet, het is inmiddels vast onderdeel van hun dagschema.

Ze zijn bezienswaardigheden geworden, die er ook voor het uitzicht zitten. ‘Er gebeurt hier van alles.’

Voorbijgangers toeteren, mensen zetten de fiets aan de kant voor een praatje. De meeste aanspraak komt van mannen, maar vrouwen zoeken hen ook wel op. Zitten ze daar dan als de vleesgeworden contactadvertentie? ‘Echt niet. We hebben geen hekel aan vrouwen, integendeel. Ze mogen komen eten, maar daarna gaan ze weer vort.’

Niet iedereen is welkom. ‘Sommige zien we liever niet. Dan kijken we de andere kant op.’

Zijn jullie hangouderen? vraag ik. ‘Beslist niet, we zitten hier maar anderhalf uur en vallen niemand lastig.’ Het is hun manier om het sociaal isolement buiten de deur te houden.

De mannen zijn niet van suiker, maar het moet wel een beetje goed weer zijn voor de dagelijkse bankzitterij. Met vooruitziende blik gaat er een krant mee in de fietstas. Als de bank vochtig is, gaat die onder het gat. Optrekkend vocht moet je niet hebben aan je gepensioneerde botten.

De kerk slaat het middaguur. De mannen vertrekken. Het bankje valt weer terug aan het openbaar bezit.

 

Eerder geplaatst in het Langedijker Nieuwsblad / 11 september 2020

P1010612 P1010612