NIET MEER VAN MIJ

Met een handtekening verleen ik aan de uitgeverij de exclusieve licentie om het werk (daarmee wordt mijn boek bedoeld) te exploiteren.

Ik zet een krabbel onder het contract om dat officieel te maken.

Om dat te bevestigen.

Denk niet dat dat gebeurt aan een zwaar eikenhouten bureau terwijl ik in een gecapitonneerde fauteuil heb plaats genomen om met een dure vulpen een onleesbare signatuur te produceren. Tegenwoordig komt het contract als bijlage mee met een mailtje.

Nadat ik kennis heb genomen van de inhoud kan ik tekenen op het lijntje.

Op het scherm.

Ik word gewezen waar ik dat kan doen: sign here.

Ik tik mijn naam en op het scherm verschijnt een zwierig – digitaal – handschrift.

Ik wou dat ik zo mooi kon schrijven.

Maar na menig schrijfblok te hebben volgepend, is mijn handschrift uitgesleten tot een Formule 1 gebeuren. Ik moet er zo snel mogelijk mee uit de voeten kunnen. Mijn handschrift is dan wel behoorlijk onleesbaar, maar ik schrijf lekker snel.

Met het ondertekenen van het contract ben ik ook meteen mijn verhaal kwijt. Niet dat het weg is, nee, ik sta het intellectueel eigendom af aan de uitgeverij.

Met de andere handtekeningen die onder het contract staan, die van de uitgeefster en de directeur, verplichten zij zich tot uitgave van het boek. En, zoals dat contractueel beloofd wordt, dat doen ze goed en in de ruimste zin van het woord.

Ik draag mijn ‘kindje’ over aan de uitgeverij.

Daar wordt ervoor gezorgd dat een verhaal, dat zich over ruim 120 kantjes A4 in platte tekst uitstrekt, verandert in een boek. In dit geval gebonden, met andere woorden: het krijgt een harde kaft.

Het krijgt een aantal pagina’s dat deelbaar is door acht. De omslagontwerper zet zich ervoor in om van het omslag een aantrekkelijk geheel te maken.    

boeken met theekopje en macarons boeken met theekopje en macarons